Met ingang van 1 juni 2015 zijn werkgevers aan werknemers een transitievergoeding verschuldigd bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever. Dit geldt ook voor werknemers die na twee jaar volledig arbeidsongeschikt te zijn geweest, een uitkering ontvangen op grond van de regeling inkomensvoorziening volledige en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA).
De regering was namelijk van mening dat er geen rechtvaardiging bestaat om bij het eindigen van een arbeidsovereenkomst onderscheid te maken tussen arbeidsongeschikte werknemers en andere werknemers. Het is algemeen bekend dat werkgevers het als zeer onrechtvaardig beschouwen dat zij een volledig arbeidsongeschikte werknemer na twee jaar ziekte ook nog eens een transitievergoeding moeten meegeven. Ze hebben namelijk al veel extra kosten moeten maken omdat alles in het werk moet worden gesteld om de werknemers weer te re-integreren. Een werkgever wil nu eenmaal niet het risico lopen ook nog eens een loonsanctie vanuit het UWV te krijgen.
Slapend
Als gevolg van deze onvrede heeft zich in de praktijk het zogenaamd “slapende dienstverband” ontwikkeld. Na twee jaar ziekte ontvangt de werknemer een IVA of een WGA-uitkering maar zegt de werkgever de arbeidsovereenkomst niet op. De werknemer blijft dus gewoon in dienst maar de loonbetaling is gestopt, hetgeen ook geldt voor de opbouw van het pensioen. De arbeidsovereenkomst “slaapt”. Ook kan de werknemer geen aanspraak maken op een transitievergoeding. Dit kan alleen als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Werknemers met een “slapende” arbeidsovereenkomst die zelf bij de rechter vragen om beëindiging van de arbeidsovereenkomst krijgen dat wel voor elkaar. De rechter ontbindt wel de arbeidsovereenkomst maar kent de door de werknemer gewenste vergoeding – nagenoeg zonder uitzondering – niet toe. Het lijkt dus allemaal dan wel met een sisser af te lopen. Maar onthoudt één ding: “immers niets is zoals het lijkt”.
Risico
Aan het slapend dienstverband zijn namelijk ook risico’s verbonden. De werknemer kan namelijk op ieder moment (deels) herstellen en weer aanspraak maken op een functie binnen het bedrijf van de werkgever. Ook moet de werkgever zich blijven inspannen voor re-integratie en moet de werknemer – zo deze ook voor handen is – een passende functie aanbieden.
Toekomstmuziek
Werknemers zijn op dit moment uiteraard niet blij met de huidige stand van zaken waarbij de wet hen wel een recht op transitievergoeding toekent, maar rechters deze niet toekennen. Inmiddels is een wetsontwerp in behandeling inhoudende de invoering van artikel 7:673e BW. Deze wetwijziging houdt in dat een werkgever die een arbeidsongeschikte werknemer na beëindiging van de arbeidsovereenkomst een transitievergoeding dient uit te keren, daarvoor bij het UWV een vergoeding kan vragen tot het maximale bedrag van de uitgekeerde transitievergoeding. Met andere woorden, de werkgever krijgt de transitievergoeding van het UWV terug. Vanwege de kabinetsformatie is voormeld wetsvoorstel controversieel verklaard hetgeen erop neerkomt dat hangende de kabinetsformatie dit ontwerp “stil-ligt”.
Voor de werknemer zou dit betekenen dat in het geval van arbeidsongeschiktheid de transitievergoeding gegarandeerd wordt. Voor de werkgever betekent dit dat zij geen extra kosten – naast de kosten welke verband hebben gehouden met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer – voor hun rekening hoeven te nemen. Een mooi stukje reparatiewetgeving. Zou het uiteindelijk dan toch nog voor iedereen goedkomen? Wij houden u op de hoogte!
mr. Jan-Rob van Manen
Bouw, vastgoed en overheden, Onderneming en bedrijf, Arbeid en inkomen