Een burgerlijke rechter die een belangengroepering verbiedt om tegen een verleende omgevingsvergunning te procederen! Buitengewoon opmerkelijk!

De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland heeft op 8 april 2022 besloten dat een stichting die opkomt voor het milieu haar beroep bij de bestuursrechter tegen verleende omgevingsvergunningen voor de bouw van 162 woningen moet intrekken. Een zeer opmerkelijk vonnis. Immers, op deze manier wordt door de burgerlijke rechter de toegang tot de bestuursrechter en de daarmee samenhangende rechtsbescherming beperkt. Voor projectontwikkelaars en bouwers goed nieuws. Voor omwonenden en natuurbeschermingsorganisaties een tegenvaller. Is dit de ene zwaluw die nog geen zomer maakt of is hier een kentering gaande?

Feitencomplex

Nabij Weesp wordt een nieuwe woonwijk met 2.750 woningen gebouwd. Het bestemmingsplan dat de bouw van de woonwijk mogelijk maakt en de benodigde natuurtoestemmingen zijn inmiddels onherroepelijk geworden. Gezien de omvang van de nieuwe woonwijk wordt het project gefaseerd ontwikkeld. Nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden verleent het college van burgemeester en wethouders twee omgevingsvergunningen voor de bouw van in totaal 162 woningen.

Een milieustichting maakt bezwaar tegen de besluiten tot het verlenen van de twee omgevingsvergunningen. Het bezwaar van de milieustichting wordt door het college van burgemeester en wethouders ongegrond verklaard. De milieustichting stelt vervolgens beroep in bij de bestuursrechter. De milieustichting meent dat het proces van groenontwikkeling achterblijft op de woningbouwontwikkeling en daarom zou nog niet gestart mogen worden met de bouw van de woningen.

Voor de bouw van de woningen zijn koop- en aannemingsovereenkomsten gesloten tussen ontwikkelaars en individuele kopers. De kopers hebben hypotheekoffertes gesloten bij diverse financiële instellingen ten behoeve van de financiering van de koop- en aannemingssom. De hypotheekoffertes hebben een geldigheidsduur van negen maanden en in de offertes is als eis opgenomen dat de financiering alleen wordt verstrekt indien sprake is van een onherroepelijke omgevingsvergunning.

Vordering

Diverse projectontwikkelaars en kopers vorderen in kort geding bij de (burgerlijke) voorzieningenrechter dat de milieustichting de ingediende beroepen bij de bestuursrechter moet intrekken. De eisers stellen dat zowel de koop- en aannemingsovereenkomsten als de hypotheekoffertes hun geldigheid verliezen indien de omgevingsvergunningen niet tijdig onherroepelijk worden. Het verlopen van de hypotheekoffertes heeft als gevolg dat de kopers een annuleringsboete moeten betalen. Voorts zal een gedeelte van de kopers de woning niet meer kunnen kopen, omdat zij tegen de huidige rentetarieven niet meer in staat zijn de aankoop van de woning te financieren. De kopers die wel een nieuwe hypotheekofferte kunnen afsluiten lijden grote financiële schade, omdat zij zich dan geconfronteerd zien met opgelopen rentetarieven.

Misbruik van recht

De voorzieningenrechter overweegt dat de normen van het ongeschreven recht kunnen meebrengen dat degene die beroep mag instellen tegen een besluit dat genomen is door een bestuursorgaan rekening dient te houden met de belangen van derden. Het instellen van beroep tegen een omgevingsvergunning kan daarom in sommige gevallen tegenover derden misbruik van recht opleveren. Of de normen van hetgeen volgens het ongeschreven recht meebrengen dat rekening moet worden gehouden met de belangen van derden is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

In dit geval overweegt de voorzieningenrechter dat zelfs in het geval de beroepsprocedure succesvol is voor de milieustichting alsnog haar beoogde doel niet wordt bereikt. Het proces van groenontwikkeling in de wijk wordt namelijk niet versneld, maar de bouw van de woonwijk wordt slechts vertraagd. Daar komt bij dat het financiële nadeel dat de kopers van de woningen ondervinden groot is. Voorts mochten de kopers erop vertrouwen dat de milieustichting geen beroep zou instellen tegen de verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van de woningen, omdat de milieustichting tegen eerdere verleende omgevingsvergunningen voor de bouw van dezelfde woonwijk ook geen beroep heeft ingesteld.

Alles afwegende gelast de voorzieningenrechter uiteindelijk de milieustichting het beroep bij de bestuursrechter tegen de twee verleende omgevingsvergunningen in te trekken. De milieustichting maakt zich volgens de voorzieningenrechter schuldig aan misbruik van recht door beroep in te stellen tegen de omgevingsvergunningen zonder voldoende rekening te houden met de belangen van de kopers.

Conclusie

Uit het vonnis kan de conclusie worden getrokken dat aan (rechts)personen een procedeerverbod kan worden opgelegd als zij onvoldoende rekening houden met de belangen van derden, zoals projectontwikkelaars en kopers. Wat hier wel meespeelt is dat het bestemmingsplan dat de bouw mogelijk maakte al onherroepelijk was. Desalniettemin opent dit wel de weg voor ontwikkelaars en kopers om met dit vonnis in de hand vaker de voorzieningenrechter te verzoeken een procedeerverbod op te leggen, want hoe vaak komt het niet voor dat bouwprojecten jaren vertraging oplopen door lukraak ingediende en vaak kansloze bestuursrechtelijke procedures.

U kunt hier klikken als u het vonnis wilt lezen.

Jan-Rob van Manen
Maarten Smits

Jan-Rob van Manen

mr. Jan-Rob van Manen

Bouw, vastgoed en overheden, Onderneming en bedrijf, Arbeid en inkomen

Telefoonnummer

0183 631 033

Emailadres

vanmanen@dhcadvocaten.nl

Maarten Smits

mr. Maarten Smits

Bouw, vastgoed en overheden

Telefoonnummer

0183 631 033

Emailadres

smits@dhcadvocaten.nl