Turboliquidatie is een snelle en eenvoudige methode om een vennootschap op te heffen. Dit kan alleen indien de vennootschap niet meer beschikt over baten (bezittingen) ten tijde van het besluit tot ontbinding.

Hoewel zeer efficiënt, is de turboliquidatie in het verleden regelmatig misbruikt. Voor schuldeisers was het niet eenvoudig om te controleren of de vennootschap ten tijde van de ontbinding daadwerkelijk geen baten meer had. Ook was niet te controleren of de vereffening volgens de wettelijke voorschriften heeft plaatsgevonden en of er niet selectief  is betaald. Om misbruik tegen te gaan, is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie (hierna: “de wet”) op 15 november 2023 ingevoerd. Wat betekent dit?

Transparantie en verantwoordelijkheid

Het doel van de wet is het vergroten van transparantie bij de ontbinding van een vennootschap. De wet verplicht bestuurders van vennootschappen om verantwoording af te leggen over de turboliquidatie. Binnen veertien dagen na ontbinding van de vennootschap dienen zij de volgende documenten te deponeren bij het Handelsregister

  • een balans met de baten en lasten van het jaar waarin de ontbinding heeft plaatsgevonden, evenals het voorafgaande jaar indien er over dat jaar ten tijde van de ontbinding nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
  • een toelichting op: (i) de oorzaak van het ontbreken van baten ten tijde van de ontbinding, (ii) indien van toepassing, de wijze waarop de baten te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten daarvan zijn verdeeld en (iii) indien van toepassing, de reden waarom bepaalde schuldeisers (geheel of gedeeltelijk) onbetaald zijn gebleven; en
  • de jaarrekeningen over de jaren voorafgaand aan het jaar waarin de ontbinding heeft plaatsgevonden indien deze nog niet openbaar waren gemaakt.

Daarnaast voorziet de wet in een uitbreiding van de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuursverbod. Bestuurders die misbruik maken van turboliquidatie kunnen tot vijf jaar geen bestuursfunctie meer vervullen. Deze verplichtingen en mogelijke maatregel helpen misbruik te voorkomen.

In de praktijk

Een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2024:8639) is illustratief voor de toepassing van een turboliquidatie in de praktijk. De zaak draaide om Vonkels, een horecagelegenheid gedreven in de vorm van een besloten vennootschap die in 2022 werd ontbonden. Na de beëindiging van de activiteiten, verdeelden de bestuurders de opbrengst van de te gelde gemaakte baten naar evenredigheid over de schuldeisers, waaronder de verhuurder.

De verhuurder betwistte deze verdeling omdat hij slechts 4,76% van zijn vordering had ontvangen. Hij stelde dat hij in het geval van een faillissement van Vonkels een hoger percentage zou hebben gekregen. In het geval van een faillissement had een curator de huur immers kunnen opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. De betreffende huurtermijnen waren dan boedelschuld geweest. De verhuurder had in dat geval een bevoorrechte positie gehad ten opzichte van de andere schuldeisers.

De rechtbank oordeelde echter dat een faillissement van Vonkels niet aan de orde was nu Vonkels ten tijde van de ontbinding niet meer over baten beschikte. Wat betreft de vereffening oordeelde de rechtbank dat de bestuurders van Vonkels correct hadden gehandeld. Er hadden geen selectieve betalingen plaatsgevonden en de opbrengst van de te gelde gemaakte baten was naar evenredigheid verdeeld onder de schuldeisers. De rechtbank benadrukte dat bestuurders in beginsel vrij zijn om op grond van een eigen afweging te bepalen welke schuldeisers zij betalen. Deze betaalautonomie houdt een zekere beleidsvrijheid in.

De uitspraak onderstreept de beleidsvrijheid die bestuurders hebben bij betaling van schuldeisers voorafgaand aan de ontbinding. Zolang zij transparant zijn en de belangen van alle schuldeisers in acht nemen, hebben zij een zekere  beslisruimte. In dit geval werd er voorafgaande aan de ontbinding keurig vereffend en werd vervolgens geen enkele schuldeiser gepasseerd waarbij de verkoopopbrengst van de baten naar evenredigheid is verdeeld. De verhuurder kreeg geen voorrang, maar kreeg ook geen minder gunstige behandeling dan andere schuldeisers.

Wat betekent dit voor ondernemers?

De Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie enerzijds en de recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland anderzijds brengen belangrijke veranderingen met zich mee voor zowel bestuurders als schuldeisers. Voor bestuurders brengt de wet mee dat zij meer transparantie moeten bieden over de turboliquidatie door middel van het afleggen van verantwoording daarover. Doen zij dat dan hebben zij een zekere beslisruimte waarbij wel de belangen van alle schuldeisers in acht moeten worden genomen.

Bestuurders die geen transparantie bieden en geen verantwoording afleggen lopen het risico persoonlijk aansprakelijk te worden gesteld. Dit versterkt de positie van schuldeisers, die nu beter beschermd zijn tegen misbruik. Schuldeisers kunnen bovendien juridische stappen ondernemen tegen de bestuurder(s) wanneer zij menen benadeeld te zijn door de turboliquidatie.

Heeft u vragen over hoe deze veranderingen uw situatie als bestuurder of schuldeiser beïnvloeden? Of wilt u advies over een mogelijke turboliquidatie? Neem dan gerust contact met DHC Advocaten op, wij staan klaar om u te adviseren.

De volledige uitspraak kunt u lezen via ECLI:NL:RBNHO:2024:8639.

Lisanne Boer
DHC Advocaten

Lisanne Boer

mr. Lisanne Boer

Bouw, vastgoed en overheden, Onderneming en bedrijf, Insolventie en herstructurering

Telefoonnummer

0183 631 033

Emailadres

boer@dhcadvocaten.nl